Saturday, January 13, 2007
January 13 Ambiguity
Het gebrek aan mysterie, het oplossen van alle mysterie, dat zijn oorzaken van moedeloosheid. Het is na de doorgronding dat de moedeloosheid, de verveling komt.
Het nu is zo‘doorgrondelijk, zo’vatbaar, zo vrij en tegelijk dwingend dat het de naam God zou kunnen dragen. Het is het enige veld van het bevattingsvermogen dat aktie bevatten kan. Men beseft die aktie vanuit een verleden en toekomtig standpunt, simultaan. De beslissing tot non-aktie over te gaan op een moment dat de reden tot de daad helder is, tesamen met de reflexie dat de daad wenselijk en nuttig geweest zou zijn, maakt de uitvoering van dit besluit tot het enigma dat verveling heet. (88)
The absence of mystery, the dissolving of all mystery, these are the causes of despondency. After getting to the bottom of all, despondency and boredom arrive.
‘Now’ is so fathomable, so susceptible, so free and compelling at the same time that it could be called God. It is the only field of comprehension that is capable of containing action. One understands such action from a past and a future point of view, simultaneously. The decision to proceed to non-action at a moment when the reason for action is pure, together with the reflection that action would have been advisable and useful, causes the implementation of the decision to be the enigma that we call boredom. (88)
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment