Thursday, January 11, 2007
January 11 Bottomlike
Afgunst heeft niet zozeer met onmacht te maken dan wel met het zich machtiger willen voelen dan de staat van bewondering.
Men wil zich erboven stellen en zich niet de (denkbeeldige) vernedering op de hals halen in iemand anders op bepaalde aspekten een meerdere te zien.
Deze afgunst konkretiseert zich meestal in minachting, verwerping of ridikulisering.
Onverschilligheid is erger. (84)
Envy hasn’t as much to do with powerlessness as it has with the wish to feel more powerful than the state of admiration.
One wants to be exalted and not to let oneself in for the (imaginary) humiliation of regarding someone else as a superior in some aspects. (84)
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment